Beleidsmatig Gewenste Ontwikkeling (BGO): nuttig beleidsinstrument voor gemeenten, vaak struikelblok voor aanvragers
De beleidsmatig gewenste ontwikkeling (BGO) is een beleidsdocument waarmee een vergunningverlenende overheid aangeeft welke ontwikkelingen zij ruimtelijk wenselijk acht. Hoewel dit instrument oorspronkelijk bedoeld is als ondersteuning bij de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening, blijkt het in de praktijk voor veel gemeenten, maar ook voor architecten en aanvragers, een uitdaging.
Deze bijdrage biedt een beknopt overzicht van het juridisch kader en geeft praktische aanbevelingen voor gemeentebesturen over hoe ze BGO’s correct én werkbaar kunnen inzetten.

Juridisch kader en toepassingsbereik
De BGO is opgenomen in artikel 4.3.1, §2, 2°, a) van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) en wordt in aanmerking genomen bij de opportuniteitstoetsing van omgevingsvergunningsaanvragen. Ze komt dus pas aan bod nadat de aanvraag voldoet aan de legaliteitstoets: overeenstemming met stedenbouwkundige voorschriften, sectorale wetgeving, enz.
De BGO heeft geen verordenende kracht. Ze kan niet fungeren als zelfstandig weigeringsgrond, noch als vervanging van een RUP of stedenbouwkundige verordening. De rechtspraak is hierover duidelijk: een BGO kan richtinggevend zijn, maar geen dwingend kader opleggen. De vergunningsbeslissing moet steeds een concrete, gemotiveerde afweging bevatten op basis van de feitelijke situatie en relevante beoordelingsgronden.
Toch blijkt in de praktijk dat sommige gemeenten BGO’s hanteren alsof het verordenende plannen zijn. Dat leidt niet alleen tot rechtsonzekerheid voor de aanvrager, maar ook tot een verhoogd risico op vernietiging bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen of de Raad van State. In reactie hierop hebben sommige provincies in het kader van hun beroepsbevoegdheid omzendbrieven verspreid waarin ze aangeven enkel nog BGO’s te erkennen die duidelijk, correct vastgesteld en publiek raadpleegbaar zijn.
Waarom BGO’s nuttig kunnen zijn
Voor gemeentebesturen biedt de BGO een zekere beleidsmatige flexibiliteit. Ze laat toe om, buiten een formele planprocedure om, aan te geven welke ontwikkelingen in een bepaald gebied als wenselijk worden beschouwd. Dit kan gaan om het stimuleren van verdichting, het beschermen van open ruimte of het nastreven van kwalitatieve architectuur.
Zo kunnen aanvragers die afwijken van het bestaande ruimtelijke weefsel toch vergund worden wanneer hun voorstel bijdraagt aan een gewenste transitie, zoals voorgesteld in een BGO. Omgekeerd kan een aanvraag die formeel past binnen de bestaande toestand toch geweigerd worden als zij strijdig is met de nagestreefde ontwikkeling. Mits goed onderbouwd en correct toegepast, is dit juridisch mogelijk binnen de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening.
Praktische knelpunten
In de praktijk stellen veel aanvragers en architecten zich vragen bij het statuut en de toepasselijkheid van BGO’s. Vaak is het onduidelijk welke BGO’s van toepassing zijn op een perceel, waar ze te vinden zijn, of hoe ze zich verhouden tot andere beleidsdocumenten. Ook binnen gemeenten is er niet altijd een helder overzicht van de actieve BGO’s of hun inhoudelijke status.
Daarnaast zijn BGO’s vaak lang, technisch en niet uniform opgesteld. Sommige bevatten beleidsdoelstellingen in algemene termen, andere formuleren concrete normen zonder wettelijke basis. Dit gebrek aan uniformiteit bemoeilijkt zowel de interne toepassing als de externe communicatie.
Do’s voor gemeenten
- Zorg voor transparantie: publiceer alle BGO’s op een overzichtelijke gemeentelijke webpagina en verwijs door naar het DSI-platform.
- Gebruik een heldere structuur: hanteer puntsgewijze opsommingen, overzichtstabellen, kaarten en kernboodschappen.
- Werk met twee documenten: een korte samenvattende nota voor gebruikers, en een uitgebreide toelichting voor interne werking.
- Communiceer proactief: informeer lokale ontwerpers via nieuwsbrieven, infosessies of een vaste contactpersoon.
- Zorg voor eenduidigheid: hanteer steeds dezelfde terminologie en vermijd overlap met andere beleidsdocumenten.
- Gebruik hulpmiddelen: beslissingsbomen of digitale raadpleegmodules kunnen het instrument gebruiksvriendelijker maken.
Don’ts voor gemeenten
- ❌ Gebruik BGO’s niet als alternatief voor een RUP of stedenbouwkundige verordening.
- ❌ Vermijd juridisch vage begrippen zonder verdere invulling.
- ❌ Stel geen BGO’s op van tientallen pagina’s zonder kernsamenvatting.
- ❌ Verwacht niet dat aanvragers of architecten spontaan de juiste BGO’s kennen.
- ❌ Voorkom tegenstrijdige boodschappen binnen verschillende beleidsdocumenten.
Besluit
De BGO blijft een waardevol instrument binnen het gemeentelijk ruimtelijk beleid, op voorwaarde dat het correct juridisch wordt ingekaderd én praktisch bruikbaar wordt gemaakt voor de eindgebruikers: ambtenaren, architecten en aanvragers. Duidelijkheid, structuur en communicatie zijn hierbij sleutelwoorden. Alleen dan draagt de BGO effectief bij tot een kwalitatieve en juridisch gedragen ruimtelijke ordening.
Zit je met een stedenbouwkundig vraagstuk?
Neem contact op met Jurisens.be voor deskundig advies.